×
home architectenbureau woningcorporatie gemeente projectontwikkelaar actueel downloads award natuur-inbouw

Biodiversiteit stimuleren? Kies de juiste plantensoorten

image
Het najaar is de ideale tijd om te planten en te zaaien. Maar welke aanplant kies je, als je optimaal wilt bijdragen aan biodiversiteit? Dat hangt onder meer af van de bodem en de karakteristieke flora van het gebied, vertelt Jojanneke Bijkerk. Met haar bedrijf Cruydt-Hoeck helpt ze gemeenten bij de invulling en het beheer van de groene openbare ruimte. “Wanneer je de oorspronkelijke, wilde planten terugbrengt, volgen de dieren vanzelf.”

Wil je een bloeiend voorjaar, dan moet je in de herfst aan de slag. “Het najaar is de natuurlijke zaaitijd”, legt Bijkerk uit. “Niet voor niets laat de plant dan zelf zijn zaden vallen. Er is in dit jaargetijde een gelijkmatige vochtigheid en de nachten worden koel. Veel zaden hebben die koudeprikkel nodig om te kunnen kiemen.”

Daarmee is het najaar ook een belangrijk moment om te kiezen voor de samenstelling van het nieuwe groen. Keuze genoeg: soorten van over de hele wereld zijn alom verkrijgbaar, in allerlei gecultiveerde varianten. Maar dat is vaak niet de verstandigste keuze, vertelt Bijkerk: “Neem liever planten die van nature in de omgeving voorkomen. Die sluiten het beste aan bij de andere organismen in het gebied. Veel insecten zijn afhankelijk van die specifieke planten, en vogels zijn weer afhankelijk van de insecten. Door zo wild mogelijke soorten te kiezen, creëer je de meeste kansen voor biodiversiteit.”

De bodem bepaalt
De oorspronkelijke vegetatie heeft ook de grootste kans om te floreren: “Als je een plant neerzet op de plek die jij leuk vindt, dan vindt de plant dat niet per se leuk. De bodem bepaalt welke soort het goed doet. Heb je een zure bodem? Neem dan geen planten die kalkhoudende grond nodig hebben.” Een verkeerde plantenkeuze kan volgens Bijkerk zelfs schade toebrengen aan de natuurlijke populaties. “Door gecultiveerde en genetisch verarmde wilde planten te zaaien, kun je kruisingen krijgen met de al aanwezige echt wilde planten. Die kruisingen kunnen minder sterk zijn of zich ontwikkelen tot cultuurvariant. Die hebben niet altijd meer de eigenschappen om optimaal te functioneren in het gebied.”

Door bijvoorbeeld verdroging, overbemesting en intensief landgebruik zijn veel van de karakteristieke plantensoorten al verdwenen uit onze omgeving. En met hen ook de insecten en andere organismen die ervan afhankelijk zijn. Maar het goede nieuws is: “Wanneer je deze planten terugbrengt, volgen de dieren ook vanzelf weer.” Dat zag Bijkerk bij de eigen kwekerij, waar wilde plantensoorten worden opgekweekt: “Op onze huidige locatie was vroeger een maisakker. Toen we er begonnen was er nauwelijks insectenleven, alleen wat zweefvliegen en akkerhommels. Maar binnen drie jaar zagen we dat explosief toenemen in aantallen en soorten: hommels, wilde bijen en vlinders. En veel insectenetende vogels zoals gekraagde roodstaart, bonte vliegenvanger en gele kwikstaart die op ons terrein broeden.”

Advies aan gemeenten
Cruydt-Hoeck adviseert veel Nederlandse gemeenten over de groene ruimte. Variatie is daarbij het sleutelwoord: “Liefst wil je veel afwisseling binnen korte afstand: licht en donker, hoog en laag, open en gesloten, vochtig en droog. Met bomen, struiken, bloemenweitjes, natuurlijke oevers, overlopend in elkaar. Sommige stukken mogen netjes gemaaid zijn, andere ruig. Zo creëer je niches waar soorten zich prettig voelen en kan er biodiversiteit ontstaan. Bovendien is zo’n structuurrijke omgeving leuk om naar te kijken en spannend om in te spelen.”

Per gemeente hebben Bijkerk en haar collega’s een zadenmix samengesteld met gebiedseigen soorten, afgestemd op de lokale bodemeigenschappen en omstandigheden. Wat niet wil zeggen dat andere planten per se geweerd moeten worden: “Het is prima om in de stad een balans te hebben tussen cultuursoorten en inheemse soorten. Als er maar voldoende wilde planten zijn voor alle ecologische functies.”

Verder valt er voor veel gemeenten winst te behalen bij het maaibeheer. “We zijn het normaal gaan vinden om alles kort te maaien met machines. Ecologisch beheer betekent minder vaak maaien en meer variatie aanbrengen. Verder kun je het snoeisel en maaisel inzetten om waarde toe te voegen aan het gebied. Dat kan door het op het terrein zelf te verwerken in takkenrillen of broedhopen.”

RS53512 Cruydt Hoeck HR MG 9072

Ontwikkelaars en corporaties
Ook voor ontwikkelaars en woningcorporaties ziet Bijkerk een rol om biodiversiteit terug te brengen in de bebouwde omgeving. Bijvoorbeeld door het groen rond gebouwen in lagen aan te brengen, gebruikmakend van soorten die nuttig zijn voor de aanwezige fauna. Maar ook door regenwater vast te houden. “Water wordt nu vaak zo snel mogelijk afgevoerd. Laat het liever in de grond zakken, of in een vijver. Voor amfibieën, reptielen en insecten geeft dat een enorme boost. Het gebruik van halfverharding helpt ook om water in het gebied te houden.”

Dat deze professionals de leefomgeving toch vaak niet natuurrijk ontwikkelen, is volgens Bijkerk geen onwil; veel mensen zien de achteruitgang van de natuur niet. “We hebben last van ‘natuuramnesie’: we vergeten hoe de natuur er twintig, dertig of zestig jaar geleden uitzag. Natuurherstel begint dus bij bewustwording. We geven daarom niet alleen adviezen en trainingen aan professionals, we ontvangen ook schoolklassen om ze kennis te laten maken met insecten en planten in de tuin. Als kinderen de wilde bij en de koolmees leren kennen, leren ze ook dat die voedsel en een nestelplek nodig hebben. En zij zijn de woningbouwers van de toekomst.”

Plant je mee?
Wil je ook in het najaar aan de slag? Kijk voor inspiratie, tips en acties op plantjemee.nl.

Tekst: Mariël Verburg, Vogelbescherming Nederland, 9 oktober 2023
Beeld: Cruydt-Hoeck

image

Factsheet Groenstructuren

Groene netwerken zijn van levensbelang. Vogels, vleermuizen en andere stadsdieren gebruiken de goede groene en blauwe infrastructuur in de stad om zich te verplaatsen.

image

Waardevol groen vergt duurzaam beheer

Groen heeft tijd nodig om zich te kunnen ontwikkelen tot waardevolle natuur. De voorwaarden waaronder dit gebeurt, zijn bepalend voor het eindresultaat.

image

Hoe houd je verdichtende steden gezond?

Steden verdichten. Steeds meer mensen wonen en werken op dezelfde hoeveelheid vierkante meters. Hoe houd je dan de stad leefbaar en gezond? Het zijn vragen waarover het Architectuurcentrum Eindhoven graag de discussie aangaat, vertelt coördinator René Erven.

image

Inheemse groene daken als soortenrijk ecosysteem

Groene daken hebben veel voordelen, maar vaak zijn ze samengesteld uit enkele, vaak uitheemse sedumsoorten. Gebruik liever een mix van inheemse planten, adviseert Joost Vlot van Dakbloemenweide. Dan creëer je een soortenrijk ecosysteem op het dak.

Alle van nature in het wild levende vogels en vleermuizen zijn strikt beschermd. Voor aanvang van bouw- en renovatiewerkzaamheden is het van belang rekening te houden met de wettelijke vereisten die voortvloeien uit de Wet natuurbescherming.

Meld je aan voor de nieuwsbrief