“Bomen vormen een groot, mechanisch filter”, vertelt Jelle Hiemstra, senior onderzoeker aan de Wageningen University & Research. Dat filter werkt op verschillende manieren: “De lucht stroomt erdoorheen en de deeltjes blijven achter. Fijnstof plakt aan de bladeren. Gasvormige stoffen zoals stikstof- of zwaveloxiden worden door de huidmondjes opgenomen in het blad en in de cellen verwerkt. En vluchtige organische verbindingen lossen vaak op in de waslaag op de buitenkant van het blad.” Een volwassen boom kan zo bijna anderhalve kilo verontreiniging per jaar afvangen.
Naast filteren kunnen bomen ook de verspreiding van luchtverontreiniging beïnvloeden. “Een bomenrij langs een drukke verkeersweg zorgt ervoor dat de vervuilde lucht over de bomen heen getild wordt. Zo kun je bijvoorbeeld scholen en ziekenhuizen afschermen.”
Alle planten zuiveren
De zuiverende werking is overigens niet voorbehouden aan bomen: alle planten kunnen het. Daarbij hebben verschillende soorten hun eigen kwaliteiten. Hiemstra: “Loofbomen met platte en brede bladeren nemen vooral gasvormige verontreiniging efficiënt op. Loofbomen met ruwe en behaarde bladeren vangen meer fijnstof af. En naaldbomen doen dat nog effectiever vanwege de spitse structuur van de naalden.” Hiemstra pleit dan ook voor gevarieerd groen: door veel verschillende soorten te planten, benut je de verschillende kwaliteiten. Zo gaat luchtreiniging door bomen hand in hand met biodiversiteit, klimaatadaptatie en de spreiding van risico’s zoals boomziektes. “Bomen kunnen multitasken. Als je het goed aanpakt, profiteer je van alle functies tegelijk.”
Bomen kunnen helaas lang niet alle verontreiniging uit de lucht filteren, waarschuwt Hiemstra. “Het beste is natuurlijk om vervuiling bij de bron aan te pakken. Verder is luchtkwaliteit in de stad afhankelijk van uitwisseling met schone lucht in de omgeving, dus doorstroming van lucht is belangrijk.” Dat betekent dat bomen niet lukraak geplant kunnen worden: “In straten met veel verkeer en hoge, gesloten bouwblokken, is het van belang dat bomen de bovenkant niet afsluiten; dan kan de lucht niet weg en ontstaat er juist een hoge concentratie vervuiling.” In dat geval zijn dakgroen en klimplanten langs de gevels beter; die kunnen luchtvervuiling wegvangen en blokkeren niet. Bovendien zijn ze vaak groenblijvend en doen dus het hele jaar hun zuiverende werk.
Verder is het van belang dat het kronendak niet te dicht is maar doorlatend, zodat de lucht er doorheen kan stromen voor optimale filtering. En enkele boomsoorten kunnen het beste vermeden worden omdat ze zelf een nadelig effect hebben op de luchtkwaliteit: “Bomen zoals de balsempopulier produceren vluchtige organische stoffen. Die leiden op warme dagen tot ozonvorming, wat effecten heeft op de gezondheid. Van die soorten moeten er niet te veel bij elkaar worden geplaatst.” Welke bomen veel vluchtige organische stoffen produceren, is te vinden in de Bomentabel, waarvan Hiemstra een van de auteurs is.
Ontwerp van de openbare ruimte
Wie optimaal gebruik wil maken van de verschillende functies van bomen, moet dus de juiste soort op de juiste plek zetten. Hiemstra noemt drie dingen die met elkaar in evenwicht moeten worden gebracht: “Ten eerste de functies waarvoor je de boom wilt aanplanten. Ten tweede de groeiplaats: zorg ervoor dat de boom gezond volwassen kan worden, dan draagt hij het meeste bij. Zet dus geen grote bomen in een smal straatje, en zorg dat er ook ondergronds voldoende plaats is. En ten derde de eigenschappen en mogelijkheden van de boom.”
De keuze voor plaatsen en soorten moet dus onderdeel uitmaken van het ontwerp van de openbare ruimte. Waar kunnen gemeenten de nodige kennis vandaan halen? “Veel gemeenten hebben hun eigen vakmensen. Gebruik ook de kennis van bomenkwekers. En er is genoeg over gepubliceerd.” In de Bomentabel staat uitgebreide informatie over 359 boomsoorten en hun bijdrage aan ecosysteemdiensten zoals klimaatadaptatie, biodiversiteit en luchtkwaliteit. Ook is er de factsheet Bomen in de stad – Luchtkwaliteit en de brochure Bomen, een verademing voor de stad.
De beloning van een goed groenbeleid is groot: “De stad wordt dan gevarieerde, groener én schoner. En elke verlaging van de hoeveelheid fijnstof in de lucht is winst voor de volksgezondheid.”
Tekst: Mariël Verburg, Vogelbescherming Nederland, 22 november 2024
Beeld: Groene specht Roelof Mendel Vogelfotogalerij / Pixabay
De TU Delft en de Bomenstichting werpen een nieuw licht op het belang van bomenlanen voor onder meer klimaat en biodiversiteit. Ofwel: hoe bomenlanen bijdragen aan een natuurinclusieve inrichting van ons land.
Bomen dragen bij aan een gezonde, prettige leefomgeving. Een overzicht van de verschillende soorten en hun eigenschappen.
Amsterdamse ‘bomencamping’ zorgt voor win-win tijdens werkzaamheden in de stad. Boomspecialisten van de gemeente proberen op die manier zo veel mogelijk van de -soms monumentale- bomen op de kades te behouden.
Bomen zijn een essentieel onderdeel van het stedelijke ecosysteem. Voor vogels zijn ze bovendien van levensbelang, omdat ze voedsel, veiligheid en voortplantingsplekken bieden.