Gebouwen worden doorgaans met isolerende dakplaten luchtdicht van de buitenruimte afgesloten, zowel in de nok als tegen de gevels. Hiermee wordt aan de eisen van het Bouwbesluit en de criteria voor luchtdicht bouwen voldaan. Vanwege de temperaturen tussen dak en isolatiemateriaal kunnen natuurinclusieve maatregelen aan het dak het beste aan de noordzijde van het dakvlak worden toegepast.
Om onder de nokpan voldoende ruimte te laten als broedplaats voor de vogel, is het mogelijk om de eindvorst met een opengewerkte ruiter te ondersteunen of deze zonder ruiter aan de pannen met flexibele kit vast te zetten. Geadviseerd wordt om binnenmaten te hanteren 15*15*50 cm.
Om de gierzwaluw toegang te bieden is het advies de nokvorst en /of overige overstekende pannen voorbij de gevel te laten oversteken (30 mm) of win het metselwerk de punt van het topgevelmetselwerk achter de nokvorst circa 35mm naar binnen toe terug te leggen.
Gierzwaluwen, huismussen en verschillende soorten vleermuizen maken dankbaar gebruik van ruimtes in gebouwen. Maar welk plekje is het meest geschikt voor wie?
Door slim en creatief te ontwerpen, kan je als architect ruimte voor vogels en vleermuizen terugbrengen, zonder af te doen aan de esthetiek of comfort van je ontwerp.
Het stedelijk milieu is een verrassend veelzijdig leefgebied voor veel verschillende soorten. De kansen die deze omgeving biedt, kunnen met behulp van de Checklist worden benut.
Steigergaten (ook wel stellinggaten genoemd) zijn ideale nestplaatsen voor gierzwaluwen. Veel monumentale kastelen, kerken en oude herenhuizen hebben deze gaten. De gaten zijn in een handomdraai om te toveren tot nestplaatsen, ook als ze dicht zijn.