Ballast Nedam Development en Vogelbescherming Nederland werken inmiddels voor de tweede keer samen aan een tuindorp-project. Eerder werd tijdens de ontwikkeling van Berckelbosch in Eindhoven de expertise van Vogelbescherming al ingevlogen. Die samenwerking beviel zo goed dat Ballast Nedam Development en Vogelbescherming voor Tuinbuurt Vrijlandt al in de tenderfase gezamenlijke groene ambities hebben geformuleerd. In samenwerking met KOW Architecten en de landschapsarchitecten van Karres en Brands is vervolgens een plan met een hoge biodiversiteit ontworpen.
In hoeverre waren klimaatadaptie en ontwerpen met natuur thema’s in de tenderuitvraag?
Maarten Wittens: “Centraal stond het ontwerp van een tuinbuurt met voldoende wateropvang. Rotterdam is relatief gevoelig voor wateroverlast en dit plangebied had een substantiële wateropgave. Tuinbuurt Vrijlandt is in staat grote hoeveelheden neerslag te verwerken, zonder dat het rioolsysteem wordt overbelast.
Voor de planopzet hebben we een deskundige tuinbuurt-adviseur betrokken: sociaal geograaf Harm Jan Korthals Altes. Groen hebben we vervolgens een stap verder gebracht door nog meer in te zetten op biodiversiteit en door te gaan ontwerpen mét het groen, dus niet alleen aandacht te geven aan de woningontwerpen.”
Ontwerpen met groen
Femke Jochems:
“Klimaatadaptatie en ‘groen’ zijn niet vanzelfsprekend natuurinclusief.
Denk bijvoorbeeld
aan infiltratiekratten, uitheems groen of kortgeschoren wadi’s. Dat is
wél klimaatadaptief, maar niet natuurinclusief. Maar de beide thema’s
zijn heel nauw met elkaar verweven, en met de juiste kennis en een
beetje ambitie kun je meerwaarde creëren. Dat laat Tuinbuurt Vrijlandt
zien. In de uitvraag zag je wél het tuinbuurt-idee en ambities voor
klimaatadaptatie, maar niet per sé ambities voor biodiversiteit.
Met de juiste invulling kun je biodiversiteit dan een boost geven.”
Joep Meijer: “We zijn nu bezig met een verdere verfijning van het boomassortiment door het gebruik van verschillende cultivars. In combinatie met de juiste struiken en onderbegroeiing wordt het bloei- en vruchtseizoen straks langer en gevarieerder. Dat is natuurlijk goed voor insecten en vlinders maar ook voor de vogels die de insecten weer eten. Zo ontwerp je integraal, voor het hele ecosysteem.”
Alleen neststenen toepassen is dus niet genoeg?
Femke
Jochems: “Dat klopt, het gaat om de samenhang. Vogels en andere dieren
hebben een plek nodig om een nest te maken, een plek om voedsel te
vinden en ze willen veiligheid en beschutting. Dat zijn de
basiselementen waar vogels en andere dieren behoefte aan hebben. De
bomen en hagen zijn in feite hun wegen en hun winkels.”
Hoe zijn jullie erachter gekomen welke soorten je wil bedienen?
Femke
Jochems: "Je kijkt eerst naar de stedelijke typologie. Is het hoogbouw,
laagbouw, is er veel of weinig groen in de omgeving? Dan kijk je naar
welke soorten en bestaande groenstructuren al voorkomen in de buurt.
Dolf van der Gaag, de Rotterdamse stadsecoloog, heeft een rapport
aangeleverd over welke soorten er al zijn. In dit geval heb je het over
vleermuizen en een aantal huismussenkolonies. En daarnaast allerlei
herkenbare tuinvogels zoals de roodborst, koolmees en pimpelmees.
Eigenlijk
is de lokale kennis die de stadsecoloog beschikbaar heeft standaard
achtergrondinformatie, die je altijd zou moeten krijgen als
ontwikkelaar. Daar ligt een taak voor gemeenten. Stadsecologen worden
nog niet altijd op waarde geschat. En helaas hebben niet alle gemeenten
een stadsecoloog.”
Geen checklist mentaliteit
Jasper Nijveldt: “Ik
wil hier graag een kritische noot aan toevoegen. Je wil inderdaad al die
informatie hebben maar ik krijg er soms een ‘checklist gevoel’ bij. Met
name in de pressure cooker fase van een tender, als je nog
bezig bent met het totaalbeeld en de algehele kwaliteit van een project,
is het voor mij nog zoeken naar een manier om de ecoloog, de
duurzaamheidsexpert, de mobiliteitsexpert en andere specialisten mee te
krijgen in het denken vanuit de intrinsieke kwaliteiten van een project.
En dan op zo’n manier dat alles mooi samenkomt én er een duidelijke
focus is. Voor ons als ontwerpers is de uitdaging allereerst om hoofd-
en bijzaken te onderscheiden. Dat is iets anders dan checklistjes
nalopen.”
Femke Jochems: “Klopt, als het basisconcept goed staat is natuur een
volwaardig onderdeel van je plan en dan is er in latere fasen vaak nog
meer mogelijk. Ecologen moeten soms wennen aan die nieuwe mindset:
waardering
voor ecologie en hun nieuwe rol daarbij. Aan de voorkant meedenken is
iets anders dan achteraf toetsen.”
Betrekken jullie de bewoners ook bij de versterking van de biodiversiteit?
Femke
Jochems: “Een grote component is inderdaad het betrekken van de
toekomstige bewoners. Ze krijgen bij oplevering van de woning een
welkomstpakket van Vogelbescherming en mogen een jaar lang kosteloos lid
worden van de vereniging. We nemen de bewoners bovendien mee op een
vogelsafari door de buurt, zodat ze beter weten wat er allemaal
rondvliegt. De oppervlakte van alle tuinen in Nederland vormen samen
potentieel het grootste natuurgebied van ons land. Daar valt dus veel
winst te halen. We merken dat hier heel positief op wordt gereageerd:
zowel het idee van natuurinclusief ontwikkelen als de samenwerking
tussen Ballast Nedam Development en Vogelbescherming.”
"Zie natuur niet als sluitstuk maar als een vertrekpunt."
Maarten
Wittens: “Tuinbuurt Vrijlandt is voor ons een echte proeftuin, waarin
we alles doen wat mogelijk is om de Rotterdamse natuur te versterken.
Het is een hele mooie kans op een flinke schaalgrootte: ruim 7 hectare
met een omlijsting van singels en bomen die we ook weer gaan versterken.
In de tender hebben we 155 bomen opgenomen en inmiddels zijn daar nog
20 extra bomen bij gekomen. We leggen de lat steeds wat hoger. Zo komt
er waarschijnlijk ook een ooievaarspaal, aangezien er tijdens het
bouwrijp maken al ooievaars zijn gespot.”
Joep
Meijer: “Bij Tuindorp Vrijlandt is er in de tenderfase een sterk
framework neergelegd als het gaat om groen en biodiversiteit. Daardoor
gaat de discussie met de gemeente in een latere fase niet over ‘kan het
wel, kan het niet?’ maar over ‘kunnen we meer, kunnen we beter?’ Dat
maakt het proces heel prettig. Ik denk dat dit ook het eerste proces is
waar ik aan tafel zit met een ontwikkelaar die zegt: we gaan meer bomen
planten. Dat komt doordat het doel aan het begin zo helder is
neergezet. Dat is dan ook mijn oproep aan andere ontwikkelaars, maar ook
aan gemeentes. Zie natuur niet als sluitstuk maar als een vertrekpunt.
Zet in het begin een duidelijke basis neer.”
Een uitgebreide versie van dit artikel verscheen op 4
januari 2021 op de website van het platform KAN (Klimaatadaptief bouwen
met de natuur) en is hier te lezen.
Tekst: Anton Coops, geredigeerd door Vogelbescherming Nederland, 13 januari 2021.
Beeld: Ballast Nedam Development
"Prachtig dat er meer aandacht is voor natuurinclusief bouwen en ontwerpen", vindt Lodewijk Hoekstra, oprichter van NL Greenlabel. Ecologische kwaliteit en biodiversiteit van meet af aan in projecten meenemen is de volgende stap.
Bij veel bouw- en verbouwprojecten de bestaande groenelementen, zoals oude bomen en struiken, opgeofferd om de locatie bouwrijp te maken. Dat kan ook heel anders.
Vastgoed en biodiversiteit versterken elkaar. Wetenschappelijk is aangetoond dat een groene omgeving bijdraagt aan gezondheid, vastgoedwaarde, veiligheid en klimaat. Natuurinclusief is dus goed voor mens en dier.
Hoe maak je de slag van beleid naar uitvoering in duurzaam en natuurinclusief bouwen? Goed aanbesteden is essentieel! Eva van der Graaf en Leon Dielen van Tauw geven tips.