Biodiversiteit
Gevelbegroeiing kan een grote impuls geven aan de biodiversiteit in de stedelijke omgeving. Vogels als de merel vinden een schuilplaats en nestgelegenheid tussen de bladeren. Zaden en vruchten van gevelplanten zijn een belangrijke voedselbron voor veel soorten stadsvogels. Bestuivers zoals bijen en vlinders komen op de bloemen af, en vormen op hun beurt ook weer voedsel voor vogels. Dieren als padden, egels en spitsmuizen leven tussen de planten op de grond. En samen met tuinen, heggen en plantsoenen vormen de begroeide gevels corridors waarlangs dieren zich veilig kunnen verplaatsen door de stad.
Gezonde leefomgeving
Verticale beplanting draagt ook bij aan een gezonde leefomgeving voor menselijke stadsbewoners, legt gedragswetenschapper dr. Jolanda Maas uit. Bewoners van een groene wijk gaan minder vaak naar de huisarts met klachten zoals diabetes, angststoornissen, ADHD of depressie. Een natuurrijke omgeving bevordert een gezonde leefstijl en sociale contacten. En op plekken met meer groen is minder hitte, minder geluidsoverlast en de luchtkwaliteit is beter. Dat laatste komt mede doordat klimplanten fijnstof uit de lucht filteren. Daarbij vormen ze een mooie aanvulling op bomen, vertelt Jelle Hiemstra van de Wageningen Universiteit, omdat ze -anders dan bomen in een bepaalde positie kunnen doen- de luchtcirculatie niet blokkeren. Ook binnenshuis kunnen gevelplanten bijdragen aan een prettig leefklimaat: koeler in de zomer en warmer in de winter.
Welke planten kies je?
Bij de keuze voor gevelbeplanting doe je er voor de biodiversiteit goed aan inheemse plantsoorten te selecteren. Die zijn aangepast aan de lokale omstandigheden en hebben vaak de meeste waarde voor insecten. Kies biologische kweek en vermijd zo bespoten planten, want bestrijdingsmiddelen zijn gevaarlijk voor insecten en voor vogels.
Verder hangt de keus af van de omstandigheden: op welk type bodem plant je aan en wat is de bodemkwaliteit, hoeveel zon krijgt de gevel, staat hij in de wind of beschut, hoe hoog mag de plant groeien en hoeveel ruimte mag hij innemen? De Klimplantengids
van de gemeente Amsterdam is een handig hulpmiddel hiervoor. Daarin staan ook de bloeiperiodes aangegeven; handig om soorten te combineren zodat er (bijna) altijd iets in bloei staat.
Sommige soorten hebben een klimhulp nodig om hoogte te maken: een constructie langs de muur om de plant te leiden, vaak bestaand uit staaldraden die met afstandhouders langs de muur worden gespannen. ‘Winders’ zoals wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum) klimmen het best langs verticale draden; ‘rankers’ zoals de wilde bosrank (Clematis vitalba) doen het vaak beter met horizontale draden. Deze soorten hechten zich niet aan de muur; ze klimmen alleen langs de klimhulp en zijn dus goed in de hand te houden. Ze kunnen wel zwaar worden of gaan afhangen; een stevige klimconstructie is dus geboden.
Voorbeeld van een mantelzoomvegetatie met gebruikmaking van een groene gevel.
De ‘zelfhechters’ zoals klimop (Hedera helix) hebben geen klimhulp nodig; zij hechten zich met hun wortels aan de gevel. Voordeel is dat ze daardoor goedkoop aan te leggen zijn. Er wordt weleens gedacht dat de wortels schadelijk zijn voor de muur maar voor moderne gevels (na 1940) die in goede conditie zijn, kunnen ze geen kwaad. Wel moet de plant regelmatig worden gesnoeid om ze weg te houden van bijvoorbeeld ramen en dakgoten. Doe dit buiten het broedseizoen en controleer altijd of er geen nesten zitten.
Tot slot bestaan er geprefabriceerde gevelelementen die zijn voorbeplant en voorzien van een bewaterings- en bemestingssysteem. Deze systemen hebben geen verbinding met de grond nodig en zijn strak in te passen in het ontwerp. Aanleg en onderhoud van dit type gevelgroen zijn wel significant duurder dan bij reguliere gevelbegroeiing, en de gevel moet voldoende draagkracht hebben.
Complete habitat
Gevelgroen heeft weinig ruimte nodig: met een rij tegels eruit en voldoende ruimte voor de wortels onder de grond krijg je er vele vierkante meters natuur voor terug - een groot voordeel in onze steeds vollere steden. Is er wel méér ruimte? Integreer het gevelgroen dan bij voorkeur met een zoom van struiken, overlopend in kruidenrijk gras. Dat biedt nog meer mogelijkheden voor verschillende soorten vogels als het gaat om voedsel, veiligheid en voortplantingsmogelijkheid. Nestkasten erbij en je creëert een complete habitat.
Gelukkig zijn steeds meer gemeentes -zoals Tilburg, Eindhoven, Utrecht en Amsterdam- overtuigd van het belang van gevelbegroeiing. Zij stimuleren hun inwoners om klimplanten aan te brengen, bijvoorbeeld door subsidie te verlenen, te helpen bij de aanleg, of met voorlichtingsmaterialen voor de aanleg en de plantenkeuze. Bewoners van een huurwoning moeten eerst toestemming vragen aan hun corporatie. Wel zijn er corporaties zoals Vesteda die groene gevels zelf toepassen bij nieuwe projecten. Gemeenten kunnen gevelgroen bij nieuwe projecten ook stimuleren door dit op te nemen in hun puntensysteem, zoals bijvoorbeeld gebeurt in de gemeenten Den Haag en Tilburg.
Tekst: Mariël Verburg, Vogelbescherming Nederland, 12 mei 2025
Beeld: Vuurdoorn, Merel Roks en groene gevel met klimop, Arjan Berben
‘Verticaal groen’ wordt in Nederland nog weinig toegepast. Vrijwel alle muren zijn daarentegen geschikt voor houtige gewassen en klimplanten langs een klimrek of leidraden.
Architect Victor Retel Helmrich ontwierp met zijn Ontwerpatelier RHeia een open hemelwaterafvoer. De algen, mossen en planten die zich in de geul vestigen, zorgen voor vergroening van de gevel. Ofwel: hoe je met ecologische kennis en creativiteit kunt bijdragen aan vergroening van de stad.
Uitpandige voorzieningen zoals boeiborden of gevelbetimmering worden ook gebruikt door vleermuizen. Combineer ze met een achter de betimmering ingebouwde kast of open stootvoeg.
Groene gevels leggen nauwelijks beslag op de ruimte maar de voordelen voor vogels en mensen zijn groot! Een overzicht van de diverse plantensoorten die in een groene gevel kunnen worden toegepast.