“Eigenlijk blonk Breda nergens echt in uit. Die constatering was voor het gemeentebestuur aanleiding om de bevolking te raadplegen. We stonden namelijk aan de vooravond van een grote stedelijke herstructurering. Op welke wijze moest die worden ingevuld, zo wilde men weten. Wat moest het specifieke karakter van Breda worden?
Uit de consultatie kwam heel duidelijk de wens naar voren dat het Breda van de toekomst vooral een veel groenere stad moest zijn. Daar wordt nu de komende jaren invulling aan gegeven. Bijna een derde van het stadscentrum gaat namelijk op de schop. Daarmee ontstaan heel veel kansen het karakter van de stad ingrijpend te veranderen en te vergroenen. Dat doen we op verschillende schaalniveaus.”
Veel verschillende maatregelen
“Een voorbeeld van een kleine ingreep is de plaatsing van vogeltorens rond het stadskantoor, waarmee we vogels de mogelijkheid bieden om te nestelen. We hopen hiermee nog in 2019 een begin te kunnen maken zodat we klaar zijn op het moment dat in 2020 de Vuelta langskomt. Dat wordt de eerste mogelijkheid voor Breda om als stad in het park haar visitekaartje af te geven.
Een groter project betreft de aanleg van een natuurinclusieve stadsrivier dwars door het midden van de stad. We hebben verschillende partijen, waaronder de TU Delft en diverse lokale natuurverenigingen, gevraagd om met ons mee te denken hoe we daar een groene corridor van zouden kunnen maken. Overal langs de rivier willen we op alle mogelijke manieren nieuwe natuur laten ontstaan. Voor de kademuren, die we natuurinclusief willen aanleggen, heeft de gemeente zelfs Europese subsidie binnengehaald.
Een ander groot project is de ombouw van het voormalige defensieterrein in het centrum tot stadspark. Na het afstoten van het terrein door Defensie, wat de komende jaren zal plaatsvinden, hopen we de bordjes verboden toegang te kunnen verwijderen en mens en natuur uit te nodigen in het park wat we hier gaan realiseren.”
Groen als meerwaarde
“We zien groen kortom echt als meerwaarde en zetten daar vol op in. In dat kader past ook het appél dat onze wethouder op bouwondernemingen doet om ook hun projecten zo natuurinclusief mogelijk uit te voeren. Uiteindelijk zal hierdoor waardevolle stedelijke natuur kunnen ontstaan. Voor de mens, die er een stuk natuurbeleving bij krijgt en uiteindelijk een gezondere stad. Maar uiteraard ook voor de dieren in de stad. 90 Procent van de dieren in de stad is gebaat bij meer groen. Vijf tot tien procent is ook echt afhankelijk van nestgelegenheid in gebouwen. Daar kan natuurinclusief bouwen en herstructureren echt het verschil maken.”
Door hun ligging, tussen buitengebied en stadskern, hebben bedrijventerreinen voor vogels en vleermuizen een groot potentieel.
Bomen zijn een essentieel onderdeel van het stedelijke ecosysteem. Voor vogels zijn ze bovendien van levensbelang, omdat ze voedsel, veiligheid en voortplantingsplekken bieden.
Gevarieerd groen vergroot de veerkracht en gezondheid van de openbare ruimte. Zonder variatie raakt het landschap uit balans en krijgen overlastgevende soorten meer kansen.
Nergens doen zich méér kansen voor om structureel beschermingsmaatregelen toe te passen voor stadsvogels en vleermuizen dan bij nieuwbouw.