Onder andere laatvlieger en gewone dwergvleermuis maken gebruik van nokvorsten om in en uit te vliegen. Houdt daarom een ruimte van 1,8 cm tot 2 cm onder de nokvorst open om vleermuizen toegang te verschaffen tot de ruimte onder de dakpannen.
Zorg er bovendien voor dat het materiaal onder de nokvorst ruw is, denk aan bakstenen of ruw hout. Als het materiaal onder de nokvorst kunststof of een ander glad materiaal is, hebben vleermuizen geen grip en kan de ruimte achter de nokvorst niet worden gebruikt.
Gebruik hierbij geen BRM (Breathable Roof Membranes)! Door de klauwtjes van vleermuizen kan het membraan binnen enkele jaren gaan rafelen. De loslatende vezels kunnen onder andere tot sterfte onder vleermuizen leiden, omdat zij bijvoorbeeld in de kluwen vezels vast komen te zitten. Het tast bovendien de werking van het membraan aan. Bitumineuze dakvilt dat niet bestaat uit polypropyleen kan veilig worden toegepast.
Gierzwaluwen, huismussen en verschillende soorten vleermuizen maken dankbaar gebruik van ruimtes in gebouwen. Maar welk plekje is het meest geschikt voor wie?
In de schoorsteen kan de loze ruimte rondom de rookgasafvoer eenvoudig toegankelijk worden gemaakt voor vleermuizen. Ook kunnen er inbouwstenen voor vleermuizen worden geplaatst.
Een woning is prima aantrekkelijk te maken voor vleermuizen. In het ontwerp zijn uiteenlopende maatregelen mogelijk om verblijfplaatsen voor vleermuizen te creëren.
Spouwen zijn dankzij de stabiele temperatuur bij uitstek geschikt voor vleermuizen. De spouw kan eenvoudige toegankelijk gemaakt worden voor vleermuizen, zonder dat die een warmtelek oplevert.