In je ruimtelijke ontwerpen komt de natuur vaak terug.
“Dat is voor mij vanzelfsprekend. Al tijdens mijn opleiding als ruimtelijk ontwerper werd ik steeds richting de natuur getrokken. Mijn afstudeerproject in 2011 was een invulling voor een leegstaande tramremise. Het intrigeerde me wat je daar als ontwerper mee kan doen. Je kan het restaureren, natuurlijk! Maar ik koos ervoor om het dak eraf te trekken en het gebouw terug te geven aan de natuur. Wat zou er gebeuren? Het wakkert de discussie aan tussen wat je kan ‘sturen’ en wat je kan ‘laten’ gebeuren.”
Tijdens het symposium ‘Heel Brabant ontwerpt natuurinclusief’ presenteerde je ‘WILD’, een stukje wilde natuur midden in de stad. Als iets te maken heeft met het ‘laten’, is dit het wel.
“Het idee kwam van Rombout van Eekelen, stadsecoloog bij de gemeente Breda. Hij wilde een soort natuurfabriek starten. Een kavel, middenin de stad, met een muur eromheen. Binnen die muur kan de natuur zijn gang gaan. Mensen komen er niet in. Dieren wel.
Op basis hiervan ontwikkelde ik het concept ‘WILD’. Een kijkdoos in
een stadcentrum, in de letters W-I-L-D. Met kijkgaten, trappetjes en
hoogteverschillen. Binnen komt nooit iemand, het is onbeheerd. Heel
bijzonder, want hoe wild is de natuur in Nederland nou eigenlijk?
Met WILD wil ik mensen bewust maken dat we elke vierkante meter
natuur willen bezitten en invullen ten behoeve van onszelf. We vinden
het lastig om de natuur toe te laten. Maar wie zijn wij om te zeggen dat
gebieden alleen van ons, de mens mogen zijn? Is de natuur ondergeschikt
aan ons? Of wij aan de natuur? Die vraag komt in veel van mijn
ontwerpen terug, vooral bij landschappelijke projecten. Ik heb steeds
vaker het gevoel dat we de natuur moeten beschermen tegen onszelf.
Hoe leg je de verbinding tussen het ontwerp en een leefbare omgeving voor mensen?
“Dat is niet zozeer mijn uitgangspunt, al ben ik er onbewust wel mee bezig. Ik creëer vooral graag een plek waar de natuur echt z’n gang kan gaan. Ruïnes zijn bijvoorbeeld altijd een bron van inspiratie voor me. De restanten van het werk van de mens: een afgebrokkelde muur, oude badkamertegeltjes, en vervolgens een wilg die daar tussendoor kruipt. Natuur die zo krachtig is dat het wat wij hebben gemaakt weer heroverd. We willen altijd alles opknappen, maar waarom? Midas Dekkers omschreef het eens zo mooi: “Hoe kun je leven in een wereld die het verval ontkent?””
Voor de gemeente Breda heb je het project Redoute uitgevoerd. Een heel veelzijdig project.
“Van oorsprong is een redoute een verdedigingswerk uit de Tachtigjarige
Oorlog. De gemeente wilde dat verhaal graag vertellen, de historie weer
zichtbaar maken in het landschap. Tegelijkertijd werd er op dezelfde
plek een natuurherstelproject gerealiseerd met ruimte voor weidevogels.
Om het water in dit natuurgebied op peil te kunnen houden, werkte ik
samen met het Waterschap om een gepland waterverdeelwerk op te nemen in
mijn ontwerp. Twee stuwen zijn nu aangebracht in de redoute.
In 2021 worden nog twee redoutes gerealiseerd: de Vogel-redoute en de
Veen-redoute. Ze zijn ingericht voor de mens, maar de omliggende
grachten vormen een barrière die hen er niet van af laat wijken. Zo
wordt de weidevogels hun rust gegund en heeft de natuur het laatste
woord in deze natte natuurparel.”
Wat bracht het project van de Redoutes jou?
“Het project leverde me veel eyeopeners op. Bijvoorbeeld toen ik met een biologische boer praatte. Hij heeft een koeienras dat kruidenrijk gras kan eten. Zulk gras is ook goed voor weidevogels, omdat het insecten trekt waarmee ze hun jongen kunnen voeren. Niet elk koeienras blijkt dat gras te kunnen verteren. Ik dacht altijd: je hebt een koe en die eet gras. Maar het ligt veel genuanceerder.
Hetzelfde had ik met bomen. Ik dacht dat die per definitie goed waren
voor de natuur. Maar in dit gebied wil je juist geen
bomen, omdat weidevogels niet broeden als er bomen in de buurt staan. Daar
zitten de roofvogels en kraaien namelijk graag in die hun kuikens en
eieren opeten. Ik zal sneller samenwerking zoeken. Iemand erbij halen
die bijvoorbeeld vanuit ecologisch perspectief kan meekijken, zoals van
de gemeente, de Zoogdiervereniging of een vogelwerkgroep.”
Wat kunnen ruimtelijk ontwerpers bijdragen aan een groene stad?
“Door
de stad ook vanuit andere ogen te bekijken, ontdek je zo veel
mogelijkheden. We kijken vaak alleen vanuit onze menselijke behoefte.
Maar als ontwerper heb ik de kans om er een andere ‘doelgroep’ bij te
pakken; die van de planten en dieren. En dan niet alleen met subsidies
in het achterhoofd, maar gewoon omdat ik ervan overtuigd ben dat natuur
een grote meerwaarde heeft. Door zingende vogels ervaar je bijvoorbeeld
de overgang van winter naar lente. Dan voel je je toch ook vrolijker?
Een lente zonder vogels kan ik me niet voorstellen!”
Wat is een droomproject waar je graag aan zou werken?
“Ik zou graag een boom planten en naast die boom zijn leeftijd in jaarringen visueel weergeven. Elk jaar vieren we dan de verjaardag van de boom en voegen een ring toe. Daarbij wil ik iets toevoegen wat er dat jaar gebeurd is. Vanuit menselijk perspectief, maar ook vanuit de boom: een insectenplaag, een storm, een hete zomer. Iets waardoor wij ons kunnen verplaatsen in hoe de boom het jaar ervaren heeft. Zo maken we een soort levend monument.
Het zou geweldig zijn als ik de boom kan planten middenin de stad, vlakbij de mensen. Je kan natuurlijk door het bos lopen en daar genieten, maar met dit project kan je verhalen aan een boom koppelen. En ik denk dat dat nodig is om veel mensen te bereiken en respect op te roepen voor de boom.”
Tekst: Hanne Tersmette, Vogelbescherming Nederland, 28 december 2020
Beeld: Merel van der Linden
Stad en natuur met elkaar verknopen - daar draait het vaak om bij Studio 1:1, een onderzoeks- en ontwerpbureau opgericht door Lucas Zoutendijk en Eveline Visser. Zo vergroten ze onder meer de leefbaarheid voor bewoners in hun ruimtelijke ontwerpen.
Natuurinclusiviteit integraal in de ontwerpopgave meenemen zal mooie gebouwen opleveren, denkt Jacques Vink van architectenbureau Ruimtelab. Daarvoor moeten we wel leren loslaten.
Vastgoed en biodiversiteit versterken elkaar. Wetenschappelijk is aangetoond dat een groene omgeving bijdraagt aan gezondheid, vastgoedwaarde, veiligheid en klimaat. Natuurinclusief is dus goed voor mens en dier.
Natuurinclusief bouwen en ontwerpen is inmiddels standaard praktijk in de gemeente Breda. 'De inwoners zelf wilden dat Breda een groenere stad zou worden', weet Rombout van Eekelen, adviseur van de gemeentelijk.