Om broedvogels te inventariseren hanteert Nederland het Meetnet Urbane Soorten, kortweg MUS. De standsvogelindicator is gebaseerd op deze methodiek. Met de stadsvogelindicator kan men de gegevens, die zijn verzameld met MUS, vergelijken met de landelijke benchmark.
Vogelgemeenschappen
Verschillende vogelsoorten stellen verschillende eisen aan hun leefgebied. Een eend kan niet zonder water, een specht niet zonder bomen en de huismus niet zonder huizen. Kortom: de soorten volgen het landschap. De wijze waarop mensen het landschap veranderen bepaalt welke soorten er kunnen voorkomen en welke zullen verdwijnen. Om de functionaliteit van het stedelijk landschap voor vogels te kunnen benoemen, zijn de vogelsoorten gegroepeerd in gildes, zoals water- & moerasvogels, boomvogels en huizenbroeders.
Het stadslandschap
Steden en dorpen zijn door de eeuwen heen gegroeid. De idealen over schoonheid, de stand van de techniek en de principes van stedenbouw veranderden met de tijd. Het is een gevarieerd landschap waarin verschillende vogelsoorten kunnen leven. Ook de ligging van een gemeente is van invloed op het voorkomen van vogels. Zo zijn 18 verschillende wijktypes gedefinieerd voor Nederland.
Van tellen naar beschermen
Voor al deze wijktypes en vogelgildes is op basis van MUS een gemiddelde te verwachten vogelgemeenschap berekend: de stadsvogelbenchmark. Met behulp van de stadsvogelindicator kunnen vervolgens de telgegevens uit de postcodegebieden van een specifieke gemeente worden vergeleken. Zo wordt duidelijk waar het goed of juist goed gaat met de vogelstand en welke vogelsoorten het betreft. Met deze uitkomsten kan vervolgens het beleid worden onderbouwd en waar nodig aangescherpt. Door jaarlijks te inventariseren met MUS komen de veranderingen van de vogelbevolking in beeld en wordt het effect van het gekozen beleid beter zichtbaar.
Vivara Pro ontwikkelt voor de professionele markt specialistische natuurbeschermingsproducten, afgestemd op de Nederlandse bouwmaten.
Bomen zijn een essentieel onderdeel van het stedelijke ecosysteem. Voor vogels zijn ze bovendien van levensbelang, omdat ze voedsel, veiligheid en voortplantingsplekken bieden.
Sportvelden kunnen zo worden ingericht en beheerd dat het gunstig is voor zowel de vogels als het sportveldonderhoud.
Nergens doen zich méér kansen voor om structureel beschermingsmaatregelen toe te passen voor stadsvogels en vleermuizen dan bij nieuwbouw.