Struikbroeders
In het stedelijke gebied dienen struiken voor tal van vogels als plek om te broeden, te schuilen of voedsel te vinden. Merels, heggenmussen, winterkoningen, zwartkoppen en staartmezen zijn er grotendeels van afhankelijk, maar ook zanglijsters, tjiftjaffen, roodborsten, vinken, putters en groenlingen bouwen er regelmatig hun nesten. De meeste van deze ‘struikbroeders’ zijn flink in aantal afgenomen in bebouwd gebied, of dreigen er zelfs te verdwijnen. Dat blijkt uit de Stadsvogelbalans 2022, het onderzoek dat Sovon Vogelonderzoek Nederland heeft uitgevoerd in opdracht van Vogelbescherming Nederland.
Steeds minder struiken
‘Inbreiding’ is een van de ontwikkelingen die vogels uit de stad verdringen: we bouwen onze steden steeds voller, groen maakt plaats voor steen. Ook in tuinen worden struiken en heggen vaak vervangen door tegels en schuttingen. Nieuwe parken worden er maar weinig aangelegd. En in bestaande parken neemt het groen af in kwaliteit door veranderend groenbeheer: struweel en jong bos worden vervangen door parkbos of gazons. Dat is goedkoper in het onderhoud en draagt bij aan het veiligheidsgevoel. Maar voor vogels is dat geen geschikt leefgebied; die hebben juist gelaagd groen nodig: met een kruidenlaag op de grond, bomen in de hoogte en struikgewas ertussen.
Ruimte voor gevarieerd groen
Gelukkig zijn er ook plaatsen waar het aanbrengen van gelaagdheid in het groen juist gestimuleerd wordt. Zoals op het Landgoed de Grote Beek in Eindhoven. Het eenzijdige productiebos op het landgoed wordt deels gekapt, waardoor er ruimte ontstaat voor gevarieerd groen met een kruidenlaag, een struiklaag en een bomenlaag. Ook het water krijgt meer ruimte op het terrein. Daarvoor wordt het riviertje de Grote Beek, dat ooit via duikers ondergronds werd omgeleid, weer bovengronds gebracht. Nu gaat het weer over het landgoed stromen. Al deze maatregelen moeten leiden tot een rijkere biodiversiteit. Het resultaat daarvan zal elk half jaar worden gemeten.
Bijzondere soorten
Waar die verrijking toe kan leiden, is te zien in het Eckartse Bos, even verderop aan de rand van Eindhoven. Sinds 2005 wordt bij het beheer van dit gebied meer op natuurwaarden gelet, met onder meer selectieve kap en verhoging van de grondwaterstand. Zo is een afwisselende en gelaagde begroeiing ontstaan met jonge en oudere bomen, houtwallen en weides. Er zijn in het Eckartse bos veel bijzondere plantensoorten te vinden, en de rijkdom aan paddenstoelen is vermaard onder biologen. Vogels hebben het er naar hun zin; talrijke soorten waaronder de zanglijster, winterkoning, zwartkop en tjiftjaf doen het goed. IVN organiseert vogelwandelingen in het gebied om ze te bewonderen.
Beeld: Frans Hijnen
Tekst: Mariël Verburg, 12 april 2023
Bij natuurinclusief bouwen is meestal niet apart aandacht voor insecten en bodemdieren, terwijl zij een onmisbare schakel zijn in ons ecosysteem. Hoe geven we ook aan hen de ruimte? Ecoloog Jeroen Noordhoek van Witteveen + Bos ontwikkelde vier factsheets.
Parken zijn de groene longen van steden. Dankzij hun grote oppervlak bieden ze veel kansen voor verschillende vogelsoorten, mits goed ingericht en beheerd.
Architect Victor Retel Helmrich ontwierp met zijn Ontwerpatelier RHeia een open hemelwaterafvoer. De algen, mossen en planten die zich in de geul vestigen, zorgen voor vergroening van de gevel. Ofwel: hoe je met ecologische kennis en creativiteit kunt bijdragen aan vergroening van de stad.
De TU Delft en de Bomenstichting werpen een nieuw licht op het belang van bomenlanen voor onder meer klimaat en biodiversiteit. Ofwel: hoe bomenlanen bijdragen aan een natuurinclusieve inrichting van ons land.