“Inmiddels doen veel meer steden het. Maar Tilburg was een van de eerste gemeenten, die een soortenmanagementplan opstelde en dat koppelde aan een door de provincie verleende gebiedsontheffing van de wet Natuurbescherming. Als eerste zijn we grootschalig gaan onderzoeken waar de diverse diersoorten zich in de stad bevinden. Op basis van die inventarisatie hebben we vervolgens een gebiedsontheffing van de provincie gekregen. Nu zijn we proactief met bouwers en ontwikkelaars die in Tilburg werkzaam zijn aan het regelen dat er overal waar gebouwd natuurinclusieve voorzieningen worden aangebracht.
Bouwers en ontwikkelaars die hier gebruik van willen maken, moeten zich conformeren aan het door Tilburg opgestelde ecologisch werkprotocol en moeten daarnaast diverse natuurinclusieve maatregelen treffen in hun projecten. We hebben voor deze aanpak gekozen omdat we er telkens weer tegenaan liepen dat voor ieder bouwproject afzonderlijk het hele ontheffingstraject moest worden doorlopen. Dat duurde lang en kostte veel geld, terwijl we eigenlijk helemaal niet wisten of we de dieren in stad wel voldoende bescherming boden op deze manier.
Nu hanteren we een aanpak waar alle betrokkenen voordeel van hebben. De bouwers en ontwikkelaars kunnen sneller en goedkoper hun projecten realiseren. De stedelijke natuur wint aan kwaliteit. En de vogels, vleermuizen en andere gebouw bewonende soorten in de stad gaan er echt op vooruit omdat er meer dan voldoende verblijven zijn voor ze. Als iedereen dit zou doen, zouden we op termijn wel eens voor elkaar kunnen krijgen dat die hele wet Natuurbescherming overboord kan.
Als Tilburg zijn we dan ook blij met de toegenomen aandacht voor natuurinclusief bouwen en ontwerpen. In principe staan partijen die in onze stad iets willen bouwen of ontwikkelen daar ook zeker voor open. Mits je als gemeente in staat bent om het al heel vroeg in het traject in te brengen. Het liefst zou je als ecoloog al aan tafel willen aanschuiven als de architect aan het werk gaat. Want als natuurinclusieve maatregelen een aanpassing van de bouwtekeningen vereist, wordt het opeens een stuk complexer. Als het bijvoorbeeld gebeurt, wanneer de vergunningaanvraag wordt ingediend is het al te laat.
Wel hoop ik dat natuurinclusief een blijvertje zal blijken te zijn. Ik heb daar wel enige zorgen over. Als er een recessie komt, is de natuur het eerste belang dat uit beeld verdwijnt. Het moet daarom nog veel meer in onze genen gaat zitten. De manier om dat te bereiken is te wijzen op het feit dat het goed is voor de mensen om in een groene, natuurrijke omgeving te wonen en te werken. Pas als stadsbewoners zelf bereid en in staat zijn om te onderkennen dat natuurinclusiviteit leidt tot een aantrekkelijke én comfortabele stad, kan het een blijvertje worden.”
Door te werken met een proactief Soorten Management Plan (SMP) kunnen negatieve effecten op je ontwikkelplannen worden voorkomen.
Vleermuizen zijn een essentieel onderdeel van het voedselweb binnen de bebouwde kom. We geven je een tool om te helpen bepalen hoe het met de vleermuizen op jouw locatie gesteld is.
Gaat het goed of slecht met de vogels in mijn gemeente? Aan de hand van tellingen wordt bepaald of uw gemeente onder of juist boven het verwachte gemiddelde scoort en of het gevoerde beleid effect heeft.
In steeds meer ruimtelijke ordeningsprojecten worden natuurinclusieve maatregelen getroffen. Maar hoe kan ik als gemeente natuurinclusief bouwen opnemen in beleid?