Scholeksters komen van oorsprong voor aan de kust en op het boerenland. In toenemende mate vestigen ze zich ook op grind- of sedumdaken in het stedelijk gebied. Met deze factsheet help je ze het hoofd bieden aan de uitdagingen die ze daar tegen komen.
De meervleermuis is een typische soort van het natte Nederlandse laagland. Ze vormen grote kraamgroepen die regelmatig verhuizen binnen een netwerk van kraamverblijfplaatsen. Voor het vinden van voedsel zijn ze afhankelijk van groot open water, waterwegen en andere lijnvormen in het landschap.
Het gaat niet goed met de scholekster. Waarom gaan de aantallen van deze soort achteruit? En kunnen we ze een handje helpen, ook in onze bebouwde omgeving? Om dit te onderzoeken is 2023 uitgeroepen tot het Jaar van de Scholekster.
Een huis of een wijk heeft meer bewoners dan alleen de mens; als het aan Marcel Steeghs van SVP Architectuur en Stedenbouw ligt, moeten ook dieren er kunnen wonen. Dat leidt tot creatieve ideeën voor bijvoorbeeld vleermuisverblijven, die zijn vak als architect hebben verrijkt.
“Bouwen in stedelijk gebied kan ook een verrijking zijn voor de biodiversiteit.” Dat kreeg minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening te horen toen hij de Maastrichtse wijk de Groene Loper bezocht, een voorloper op het gebied van natuurinclusief bouwen.
Door een huiszwaluwtil te plaatsen, bied je vele huiszwaluwpaartjes een plek om te nestelen. Maar lang niet alle huiszwaluwtillen worden door de vogels in gebruik genomen. Waar moet je op letten om van je til een succes te maken?
De eerste daken van het project Dakenstroom, dat vorig jaar de Award Natuurinclusief Bouwen & Ontwerpen won, zijn in gebruik genomen door gierzwaluwen. Heuglijk nieuws dat de effectiviteit van inbouwvoorzieningen laat zien.
Ongeveer de helft van de Nederlandse soorten vleermuizen verblijft overdag in spouwmuren of in daken. Door bij na-isolatie rekening te houden met hun aanwezigheid voorkomt u dat vleermuizen worden gedood en biedt u hen vervangende verblijfplaatsen aan.
Kerken en andere oude gebouwen bieden unieke kansen voor gebouwbewonende vogels en vleermuizen. Deze gebouwen worden vaak al bijna net zo lang door vogels en vleermuizen gebruikt als door mensen.
Natuurinclusief ontwerpen voor vleermuizen gaat niet alleen over verblijfplaatsen in gebouwen. Parken, landgoederen en stadsbossen zijn ook aangelegd en vaak van grote waarde voor hen.
Alle van nature in het wild levende vogels en vleermuizen zijn strikt beschermd. Voor aanvang van bouw- en renovatiewerkzaamheden is het van belang rekening te houden met de wettelijke vereisten die voortvloeien uit de Wet natuurbescherming.